Waarom en hoe vieren we de eerste mei?

door Marijke de Vrankrijker met inbreng van Sjoerd Kemeling, april 2020

Deze vraag is de titel van een geschrift dat werd uitgegeven door het Landelijk 1-meicomité na voorbereiding door een daarvoor ingestelde adviescommissie. Voorzitter van deze commissie was W. Mensink (PvdA); vanuit het IvAO nam Cees Cabout hieraan deel, naast vertegenwoordigers van diverse andere organisaties (zoals NVV, Wiardi Beckman Stichting). Helaas wordt in het geschrift geen datum van uitgave genoemd, maar uit de context menen wij te kunnen afleiden dat het tussen 1955 en 1959 moet zijn geweest.  (Het Stadsarchief Rotterdam vermeldt 1955, het IISG houdt het op 1957)

Ontstaan

In het boekje  wordt allereerst het ontstaan van het meifeest beschreven. Op 1 mei 1888 werd door een aantal Amerikaanse arbeiders gedemonstreerd voor een 8-urige werkdag. Vier van de gearresteerde leiders van de demonstratie werden opgehangen. Vervolgens werd op het Parijse congres van de Tweede Internationale in 1889 door de Franse arbeider Jean Dormoy een voorstel gedaan dat leidde tot het besluit om internationale demonstraties voor de 8-urige werkdag te houden op 1 mei 1890. Het congres van de Internationale besloot in oktober 1891 te Brussel tot een jaarlijkse feestviering op de eerste mei. Onze “Dag van de Arbeid” was geboren.

Meileuzen

Voor elk jaar werd een motto voor de viering vastgesteld, zogenaamde “meileuzen” genoemd. Aanvankelijk werden deze vastgesteld door de Socialistische Internationale, later meer en meer door landelijke socialistische partijen. Voorbeelden van dergelijke meileuzen: 1902 t/m 1914 achturendag en algemeen kiesrecht; 1921 socialisatie en ontwapening; 1934 democratie en socialisme; 1954 gelijke kansen voor ieder in een wereld van vrijheid, vrede en welvaart. Uit deze voorbeelden blijkt dat het niet louter om “arbeid” gaat, maar ook om andere belangrijke waarden in de maatschappij wereldwijd.

Hoe te vieren

In het laatste hoofdstuk wordt uitvoerig ingegaan op de manier waarop het meifeest gevierd kan worden. Men stelt “dat de beleving van de socialistische saamhorigheid het feestelijke karakter van de dag bepaalt en voorts dat het element rekenschap en bezinning het feest een ondertoon van ernst verleent.” Voor de praktische uitvoering worden o.a. genoemd: samenstelling van een mei-comité, openluchtbijeenkomsten, avondbijeenkomsten, zang en muziek, optocht, kinderfeesten. Of deze aanbevelingen ook allemaal zijn opgevolgd is ons niet bekend helaas.

Wel weten we dat het Nivon met ingang van 2017 is gestart met het organiseren van de 1 mei lezing over een maatschappelijk relevant onderwerp in het Koos Vorrinkhuis. De tekst van de lezing wordt vervolgens gepubliceerd in een boekje in de nieuwe reeks van De Wilde Roos.

1977, Werkgroep Ongelezen Boeken, Uitg. Futile, Rotterdam

Niet vergeten

In 1977 werd door de Nivon Federatie Rotterdam een klein boekje uitgegeven genaamd “1 mei …. en niet vergeten”. Het bevat een verzameling van poëzie- en prozafragmenten over de eerste mei uit de periode 1890 – 1977. Artikelen en gedichten met betrekking tot de 1 mei viering van veel bekende mensen komen langs. Te noemen zijn o.a. P. J. Troelstra, H. Gorter, Henriette Roland Holst, A. Pleysier, Adama van Scheltema, Meyer Sluizer, Jef Last. Kortom teksten om te lezen en die niet vergeten mogen worden!

De Internationale, het lied

Jan Kooijman beschrijft in zijn boekje “De Internationale: een fel bewogen strijdlied” (Nivon Federatie Rotterdam, 1989) de ontstaansgeschiedenis van het lied de Internationale. De tekst van het lied werd als gedicht geschreven door Eugène Poittier in 1864 en op muziek gezet in 1888 door Pierre Degeyter. De meest gebruikte Nederlandse bewerking is van dichteres Henriëtte Roland Holst. Deze tekst is hier te vinden en de door het koor “De stem des volks” gezongen versie is hier te beluisteren. Minder bekende vertalingen zijn van Jaap v.d. Merwe en Rob v.d. Meeberg. Meer informatie over het lied is te vinden op Wikipedia.  Reden waarom we het lied in dit kader noemen is omdat, zoals Jan Kooijman aan het eind van zijn boekje vermeldt, het in bijna alle landen wordt gezongen op 1 mei. Luister maar, ik krijg er nog altijd kippenvel van!

Naschrift: de in dit artikel genoemde boekjes maken deel uit van de collectie van de Werkgroep Nivon Historie en zijn in te zien na afspraak met de werkgroep via het contactformulier. Ze zijn ook te raadplegen bij het IISG in Amsterdam .