De jaren 30
Inleiding
Het werk kreeg steeds meer vorm. Naast het groeiend aantal Natuurvriendenleden werd het scholenwerk aangepakt via de Arbeidersavondscholen. Wie door wilde leren kon in het Troelstra-oord naar de Arbeiderskaderschool.
Heel belangrijk voor de cultuuroverdracht waren de zogenoemde zondagmorgenbijeenkomsten. Daarbij ging het vooral om het opwekken van een stemming, het aankweken van eensgezindheid.
Enkele feiten
De Arbeidersavond-scholen startten augustus 1932. Het Scholenwerk voorzag duidelijk in een behoefte.
Om de binding aan de beweging te versterken organiseerde het Instituut kerstfeesten, midwinterfeesten, pinksterfeesten, zomerfeesten.
Aan fotografie werd door het Instituut grote waarde gehecht. Door te fotograferen leerde de arbeider naar zijn omgeving en naar kunst te kijken.
Op nog tien andere plaatsen ontstonden natuurvriendenhuizen.
Ook het Reizenwerk nam een vlucht. Door de zelfwerkzaamheid van de deelnemers waren reizen relatief goedkoop.
Het antwoord van het Instituut op de werkloosheid bestond uit twee delen: propaganda voor het Plan van de Arbeid van de SDAP (kortweg het Plan) en het aanbieden van allerlei cursussen
Regelmatig waarschuwde De Toorts tegen het nazisme in Duitsland.
Brugmans – landelijk voorzitter.