Een buitenplaats aan de Vecht
Sjoerd Kemeling
Gebouwd in 1676 behoort Over Holland tot de grootste buitenplaatsen uit de 17e eeuw. Het is een rijksmonument.
“Het vertrek beganegronds ten zuiden van de entree is rijk gedecoreerd in stuc in rococostijl”…”In de koepelzaal een gaaf bewaard gebleven ensemble van zeven hoge geschilderde behangsels in lijstwerk.”
De Zweedse plantkundige Linnaeus (1707-1778) verbleef er een tijdje. Niet bepaald een plek dus waar je een natuurvriendenhuis zou vermoeden.
Toch zouden, twee eeuwen na Linnaeus, natuurvrienden van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling (IvAO), de oude naam van het Nivon, er conferenties houden, vakantie vieren en paddenstoelen bestuderen.
In de jaren dertig van de vorige eeuw verwierf onze vereniging in korte tijd diverse huizen en terreinen. Samen met het grote landgoed kon Over Holland worden gehuurd van de Stichting Utrechts Landschap.
1 juli 1933 werd het in gebruik genomen. Bezoldigd bestuurder Piet Voogd, sprak de “zekerheid uit dat Over Holland een attractie zal blijken te zijn voor de velen, die de grote steden ontvluchten om in de vrije natuur gezondheid en kracht op te doen” Voogd bedankte de Amsterdamse werklozen die geheel belangeloos het interieur aanpasten voor het gebruik als groepsaccommodatie. Er stonden 60 bedden in de diverse vertrekken. Op de zolderverdieping nog eens 40 slaapplaatsen, geschikt om als “massakwartier” te dienen.
Piet Voogd kreeg gelijk. Over Holland was een attractie. Al snel organiseerden diverse afdelingen weekenden op de nieuwe aanwinst. Gezamenlijk fietsten van Utrecht of Amsterdam naar Over Holland en soms zelfs per boot over de Vecht.
In augustus 1934 vond de landdag van de Natuurvrienden plaats op het terrein van Over Holland. Koos Vorrink sprak de duizenden bezoekers toe. Zij waren gekomen met autobussen, op de fiets of per trein. Koos eindigde zijn rede met: ”Bouwt huizen als een symbool van groeiende gemeenschap, dan zal elk natuurvriendenhuis een bolwerk zijn in de wereld van het kapitalisme. Vrijheid!” Geestdriftig applaus was zijn deel.
Er werd samen gezongen. Niet alleen over de Wielewaal maar ook het Solidariteitslied. Er waren voordrachten. Toneelgroep de ‘Jonge Spelers’ kwam op de fiets. Wel een uur te laat, vanwege dubbele bandenpech, maar hun opvoering van ‘De klucht van de koe’ bleek een succes.
Gefinancierd door de Centrale organiseerde het IvAO in 1936 negen internaatsweken voor werkloze functionarissen uit de verschillende organisaties van de moderne arbeidersbeweging. Voorzitter Henk Brugmans opende de weken. In zijn verhaal verwees hij naar de bijzondere locatie. “Een oud regentenhuis, voortgekomen uit de cultuur van de aller-bovenste laag, thans ter beschikking van een stuk cultuurverrijking van het gehele volk.”
Over Holland had grote aantrekkingskracht op natuurvrienden die er hun vakantie wilden doorbrengen, niet alleen omdat het uniek was maar ook omdat het aan de Vecht lag. Een stukje roeien met mooi weer is altijd leuk, maar ook niet zonder gevaar. Zo vatte drie bejaarde gasten van Over Holland het plan op om op de Vecht te gaan varen. “Het echtpaar T.stapte in de roeiboot en mevr. B. wilde hun voorbeeld volgen. De laatste stapte echter mis en kwam in de Vecht terecht.” Het bootje raakte uit balans en ook het echtpaar verdween in het water. De drenkelingen werden gelukkig gered door een fruitplukker die in de buurt aan het werk was.
Tijdens de oorlog werd Over Holland, net als andere natuurvriendenhuizen, ingepikt door Vreugde en Arbeid. Op 1 januari 1942 verliep de huurovereenkomst.
In de jaren dertig was het, om met de correspondent van het Volk te spreken, de plek waar arbeiders zich vrij konden voelen in de schoonste omgeving die het veenland kon scheppen, waar ze een boek konden lezen bij het prieel aan de heerlijke Vecht en konden genieten van wat Lafarge, Marx’ schoonzoon, “het recht op luiheid” noemde.
Bronnen:
Door die vermaledijde Corona kon ik ons archief niet raadplegen. Dit artikel kwam tot stand met behulp van Wikipedia, Delpher en ‘Met overleg en durf, de Centrale 75 jaar” (1979)